HoofdmenuDe geschiedenis van de Gemeente TegelenBedrijven gesorteerd op categorieEvenementenPlattegrond en stratenregister van TegelenSport en OntspanningDiscuscieer met andere mensen in het forumBekijk vacatures in de Gemeente TegelenDe beste links naar andere (regionale) sitesWord een gebruiker van DICTGebruikers gedeelteHier vindt u alles wat u zoektHebt u vragen? Neem dat contact met ons op.

Copyright D.E.W

De Tegelse Geschiedenis

tegelen Tegelen ontleent zijn naam aan het Latijnse woord Tegula. In de Romeinse tijd was er reeds een politiepost gevestigd. Overblijfselen van Romeinse ovens voor het bakken van kleiwaren getuigen van de hoge ouderdom van de klei-industrie ter plaatse. De Tegelse moederkerk van Sint-Martinus werd volgens de overlevering gesticht door de H. Plechelmus van St. Odilienberg. In de geschiedenis wordt vermeld dat de kerk in het jaar 986 overging van het aartsbisdom Keulen naar het bisdom Luik. Tegelen had lang een zeer voornaam aanzien door de drie adelijke kastelen, de Munt, de Holtmuhle en Wambach. De Munt is sinds 1875 een klooster. Wambach is sinds honderden jaren een hereboerderij, terwijl kasteel de Holtmuhle thans een 4-sterren hotel is. Tot aan de eeuwwisseling gaven de drie kastelen een bijzonder luisterrijk cachet aan Tegelen. Reeds in het jaar 1294 vinden wij "aen gen Steyl" aan de Maas een bijzondere bedrijvigheid. Daar was op de eerste plaats bij de uitmonding van het "Smalbroek" in de Maas een steil aangebracht, een soort afrastering in de Maas, waardoor de stroomopwaarts zwemmende vis een schuilplaats ging zoeken in het Smalbroek waardoor een prachtige visgelegenheid tot stand kwam. Verder was er de mergelhamer of mirgelhammer gevestigd waar de mergel verhandeld werd; er was ook de Gulikse kolenwaag en landtol gevestigd. Verschillende koopmanshuizen in de achttiende eeuw, acht in getal, brachten de nodige welvaart. Hier was ook de haven voor het Guliker land, daar Tegelen bij het hertogdom Gulik behoorde. Venlo was Gelders en had alle los- en laadrecht langs de Maas vanaf Mock tot aan de grens van Tegelen. Belfeld was eveneens Gelders en Roermond bezat het los- en laadrecht tot aan de zuidgrens van Tegelen. tegelen In de kom van Tegelen nade St.Martinuskerk woonden dicht bij elkaar de ambachtstlieden. In een kring rondom de bebouwde kom lagen verschillende grote en kleine boerderijen. De voornaamste waren: de Haanderthof, de Bakenbosch en de boerderij van Wambach. Verder waren bekend Bosserhof, Lingsterhof, Drumpselhof (gelegen aan de Venlose zijde van de Broeklaan), Bongertshof (nu het woonhuis van architect Ververgaert in de Munstraat),Engerhof (aan de Engerstraat) met daarachter Dieckerhof, Kruitserhof, (aen gen Kruits) en Companus of Paons op de Leemhorst, verder Merterhof gelegen aan de Oude Markt; van hieruit bereikte men in vroeger eeuwen de geerfdenmolen van de Munt, waaraan de naam "Molenpas", achter het Postkantoor nog herinnert. De Romeinse pannenindustrie was in Tegelen geheel verdwenen, maar de pottenbakkerijen bleven in stand. Zij exploiteerden bij traditie de oude kleiwinningen bij Egypte op de Oelesheide en bij de Leemhorst. De oudste pottenbakkerijen waren gevestigd in Overtegelen bij de Aalsbeek, thans Nabben genaamd. Voorial de pottenbakkerij aan de Middelt is van oudsher beroemd. De Tegelse pottenbakkerskunst is vermaard en het Pottenbakkersmuseum laat zien wat het voorgeslacht wist te presteren. De pannenindustrie herleefde vooral door toedoen van de hertogen van Gulik, waartoe Tegelen tot het jaar 1800 behoorde. Zij verboden steeds strenger de strodaken in het hertogdom. In de eerste helft van de achttiende eeuw werd de beroemde Tegelse klei van de Oelesheide weer gebruikt voor de pannenindustrie, die gevestigd was op een terrein onder Kaldenkirchen, dicht bij de Tegelse grens. Deze fabriek was voor het gemak daar gebouwd zodat de klei niet eerst bergaf naar Tegelen gevoerd hoefde te worden en de pannen naderhand niet weer bergop naar het Guliker land. In 1770 bouwden Kamp en Houba aan de Koekoek cen pannenfabriek, die wel de stammoeder van de gehele Limburgse pannenindustrie genoemd kan worden. In 1853 bouwden Kamp en Soeten de eerste Tegelse 1Jzerfabriek aan de Maas, de bakermat van de ijzergieterijen in NoordLimburg. De tabaks- en sigarenindustric bestond reeds in het midden van de vorige eeuw maar ging een eeuw later,. na een zeer grote bloei, kwijnen. Tegelen groeide vanaf 1875 van een plaats van ongeveer 2000 zielen, tot een dicht op elkaar gebouwd stadje met 18.000 inwoners. Van het oude landelijke schoon is veel verdwenen; toch is er nog heel veel moois bewaard: men denke aan Steyl, de omgeving van de Holtmuhle en de Uelesheide, nog rijkelijk de moeite waard er te vertoeven.

tegelen Zoals "De Munt" het kasteel van Tegelen is, zo is de "Holtmuhle" het kasteel van Overtegelen. De foto toont de voorzijde van het kasteel dat reeds vermeld wordt in 1326. In de vorige eeuw dreigde het tot een ruine te vervallen, maar de familie Louis de Rijk brak een gedeelte af en restaureerde het gedeelte dat thans nog te zien is. Het ligt met de achterzijde naar de straat en is door de aanbouw van keukens aan deze zijde het minst aantrekketijk. Thans is het eigendom van de gemeente Tegelen. Het zal zaak zijn, dit kasteel in zijn oude schoonheid te herstellen. De bijbehorende graan- en oliemolen met waterrad op de Aalsbeek ging reeds verloren. Het is te hopen dat de "Holtmuhle" niet dezelfde ontluistering zal ondergaan als "De Munt", die eertijds binnen drie ringgrachten lag.

Het sterke kasteel had niet alleen twee grote ingangspoorten, waarvan u hier de Venlose poort ziet, maar ook een vaste ommuring, die nog versterkt werd door de beruchte baron von Glazenap, kasteelheer in de achttiende eeuw. Hij onderhield zelf een bende en was een van de leidende figuren van de "Bokkenrijders".

tegelen Vanuit de Kaldenkerkerpoort bereikte men via de Pilaers en de Hondsdijk Kaldenkirchen, waar de Tegelse kasteelheren in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw de gereformeerde kerk bezoehten. Langs deze poort bereikt men ook de "Snelle Sprong", een bron, waaruit een buitengewoon fijn tafelwater bereid wordt dat sinds 1886 door de kasteeleigenaars in de handel werd gebracht. Deze "Snelle Sprong" kent zijn oude sage en is gelegen temidden van ee prachtig beschermd natuurgebied.

De Pilaers stonden tot 1971 bij de toegang over de buitengracht via de Kaldenkircherpoort. Wegens de aanleg van de streekweg moesten zij worden afgebroken, maar worden binnenkort, na de aanleg van een nieuwe buitengracht in de richting van het kasteel, herbouwd. Zulke forse "pilaers" stonden vroeger bij alle vier de toegangswegen naar het kasteel "De Munt" als een prachtige markering van het landschap.

Op 31 December 2000 hield de gemeente Tegelen op een zelfstandige gemeente te zijn en is vanaf 1 Januari 2001 onderdeel van de Gemeente Venlo.

Dirk Engels Webdesign. Voor al uw interactieve websites